Het barokke koorgestoelte in de ‘grote kerk’ wasemt een eeuwenoude geschiedenis uit. Een meer dan dankbare plaats voor een koor om er te zingen. Cantima zette er dus met plezier het introitus ‘Puer natus est’ in en je hoorde ogenblikkelijk het gefluister en gekuch in de bomvolle kerk verstommen.

Je mag van het Gregoriaans zeggen wat je wil – dat het vaak vrij steriel klinkt en zelden het hart écht raakt bijvoorbeeld – maar Cantima, andermaal onder de vakkundige leiding van een zekere Michel Grillet,  wist toch een boeiende versie te brengen.

Nadien bracht Michel Goossens een improvisatie aan het orgel en hij kreeg menig luisteraar aan het glimlachen met zijn muzikale capriolen. Op het einde hoor ik zelfs een streepje Beethoven!

Dan mocht Andantino vol aan de bak. Dankzij theefee Griet waren onze stembanden prettig gesmeerd en we richtten onze blikken voor het eerst op het overvolle en prachtig belichte – merci beau koe David! – kerkschip.

Met ‘Transeamus usque Bethlehem’ breiden we een sfeervol Latijns vervolg aan de Gregoriaanse introductie . Daarna vierde Peter de koorteugels wat. Via het 19e- eeuwse  ‘Il est né, le divin enfant’ zeilden de eerste écht vrolijke kerstklanken de ruimte binnen en die vrolijkheid beleefde haar apotheose in ‘White is in de winter night’ van Enya. Muziek die voor sommigen misschien wat mystieke diepgang mist maar die toch een mensenhart kan doen tintelen!

Daartussen hoorde het publiek ons het Vlaamse ‘Hoort gij de kerstklokken klingen’ brengen. Peter had ons vooraf ingepeperd dat we goed moesten articuleren en die peper heeft gewerkt want het klonk niet alleen ‘lieflijk en zacht’ maar vooral ook verstaanbaar.

De Middelburgveteranen onder ons vermoedden dan wat er komen ging. En ze werden niet ontgoocheld. @hoc singers…kwam..zag..en euh…overtuigde!

Ja, ook zij begonnen in het Latijn maar het 16e-eeuwse ‘Gaudete’ klonk op de één of andere manier ritmischer en vrolijker dan de versie die wij doorgaans van onze stembanden laten rollen. Daarna konden de poëzieliefhebbers onder ons hun hart ophalen. ‘In the bleak midwinter’ is gebaseerd op een 19e-eeuws gedicht en wie goed luisterde kon de vorst – ‘water like stone’ – horen kraken onder de liefdevolle woorden ‘What can I give him ,poor as I am? My heart!’  De melodie varieerde voortdurend, springend  van vers naar vers en ik ben zeker dat elke aanwezige enorm genoten heeft van deze mooie versie.

‘O magnum mysterium’ evoceert iets van de Spaanse mystiek uit de periode van de Contrareformatie.  Het Nederlandse ensemble slaagde er in om de verschillende muzieklijnen samen te laten dansen. Soms leek dit polyfone gezang op een geslaagde oefening in improvisatie en dat kan alleen als talent techniek overstijgt. Prachtig!

De bezetting van @hoc was enigszins anders dan voorgaande jaren maar heeft daardoor allerminst aan kwaliteit ingeboet .Suzanne de Bruin weet slim gebruik te maken van de specifieke klankkleur van elke stem en dat hoorde je zeker in de villancico – ofte traditioneel Spaans kerstlied – ‘Riuriu’. Ik weet niet hoe u het vond klinken maar ik waande mij even op het stoffige marktpleintje van een ingeslapen Spaans dorpje.  Een technisch moeilijk stuk maar hoogst integer gebracht.

Tijd voor wat samenzang! De Herderkens lagen andermaal  bij Nachte al dan niet nuchter in het veld waar ze hun schaapjes telden alsof ze niets anders te doen hadden. Het publiek zong luidkeels mee én we genoten met zijn allen van de vreugde op elkaars gezichten.

Daarna tingelde en toverde  Peter met de partituur ‘Noël Suisse’ van Daquin. Welbekend, dat zeker, maar zoals steeds perfect passend binnen de kerstsfeer.

Cantima mocht dan het podium betreden. Het koor van Michel slaagde er in om een sacrale sfeer op te roepen met het  lied ‘Er is een roos’. Vlaamse mystiek!

Verder zeer opvallend was het orthodoxe ‘Bogoroditse Dievo’ van een onbekende meester waarbij ik als luisteraar én bas  vooral aandacht had voor de aangename, diepe stemmen in het koor.

Tenslotte probeerde Michel iedereen van zijn stoel te krijgen met het ‘Laet ons met verheughen springhen’. Dat springen lukte net niet maar een stevig en verdiend applaus was toch zijn deel!

@hoc verblijdde ons onmiddellijk nadien met een lied van de Amerikaans componist Charles Ives. Bijzonder zoete, sfeervolle muziek die regelmatig deed denken aan een klassieke lullaby. Mooi!

De muziek van J.S. Bach behoeft geen krans en het bekende ‘O Jesulein süss’ klonk bijzonder ingetogen. Harmonieuze klanken die eer brachten aan het mooie interieur van onze kerk!

Maar ik werd pas echt weggeblazen door ‘Coventry Carol’  van C. Wood. Muziek uit het Engelse Coventry van de 16e eeuw die veelal werd gebruikt bij de zogenaamde mysteriespelen.  Je kan het met wat goede wil ook een slaapliedje noemen maar dan ééntje van de rauwere soort. Ik vond de sopraanpartij zo breekbaar mooi en bovendien was het genieten van de bijzonder geladen tekst die bij mij lang is blijven nazinderen. Er werd vertellend gezongen en ik kon het verdriet dat sprak uit de tekstregels soms voelen. Indrukwekkend @hoc! Really impressive!

Daarna werd het opnieuw tijd voor wat samenzang en op de vrolijke tonen van ‘Jingle Bells’ sjeesden wij met onze slee – zonder rendier maar mét gestemde kokosnoten – stilaan naar het einde van het concert.

Eerst lieten we Michel Goossens nog eens los op het publiek en hij vertelde ons een kerstverhaal op muziek gezet door Daquin. Nadien mochten alle koren tezamen op het podium voor ‘Here I am Lord’.

De samenzang met ‘First Nowell’ tenslotte werd het orgelpunt van een mooi, sfeervol concert.

Dank aan iedereen en een speciale dank aan de @hoc singers uit Zeeland!

Wim

Foto’s Johan Teerlinck

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.