Toen ik op het Hoogzaal van onze Grote Kerk kwam, wenste iedereen, iedereen een Zalig Pasen. Ik was ervan onder de indruk, het gaf een gevoel van blijdschap. De zon scheen door de prachtige ramen en het leek wel of we de winter en de zware repetities vergeten waren.

Het was de laatste dag van onze Paasmarathon en voor ons dapperen stond er een cadeautje op onze stoel te wachten. Paaseitjes natuurlijk, gekregen van de klokken van Vilvoorde (en de kerkfabriek). Peter wenste ons allemaal proficiat: hij had zeer goede commentaren gekregen en ‘dirigent content, iedereen content’. We zongen dan ook voor wat we waard waren; de mis duurde wel anderhalf uur maar er zaten vele liedjes in en dan voel je niet dat je zolang Godvruchtig bezig bent.
Op Goede Vrijdag en Paaszaterdag hadden we ons winterkostuum nog eens mogen aantrekken. Toen we deze onheilsmare op onze laatste repetitie te horen kregen, was er maar één gedachte die mij bezighield “Kan ik nog in mijn kostuum !?” Bijgevolg waren de volgende drie dagen gewijd aan boetedoening in de vorm van ‘vasten’ na de Vasten ! Het lukte nipt, zodat niemand iets gemerkt heeft, hoop ik.
Even terug naar Paaszondag, we naderden het einde van onze marathon, nog twee liedjes, maar vooraleer de pastoor het woord nam om iedereen te bedanken, begonnen de gelovigen spontaan te applaudisseren. Nog nooit meegemaakt, de pastoor hernam het woord en sprak dank uit voor het koor waarop er weer een spontaan applaus weerklonk.

En wat dacht je, na het Halleluja kregen we van de 200 aanwezigen een overdonderd applaus.
We stonden er lachend van te kijken, Paaszondag kon voor ons niet beter beginnen, thuis stond een aperitiefje klaar en meer kan een mens niet verlangen. En we tchingtchingden op Pasen, op de mooie gezangen, op het applaus en op het gezellig samen zingen….Hemels.
Groetjes aan allen en tot de volgende marathon,
Mathieu